Menu Sluiten

„Vrede tussen Israël en Palestijnen alleen mogelijk door geloof in Vredevorst”

Beiden hebben „hoop” dat de nieuwe Israëlische regering de verschillende groepen in het zwaar verdeelde land weer wat bij elkaar kan brengen. Maar vrede, ook tussen Israël en de Palestijnen? „Ik geloof niet in een politieke oplossing. De enige, bewezen oplossing is het geloof in de Vredevorst.”

De recente oorlog ligt nog vers in het geheugen. Meer dan 4300 raketten vuurde Hamas vanuit de Gazastrook af op Israël, en ook in steden en dorpen in het land zelf kwam het tot gewelddadigheden. „We zaten er in Haifa middenin”, zegt Johnny Khoury, directeur van het Ebenezer Home in de Noord-Israëlische stad, een tehuis voor ouderen van Messiaanse signatuur. „Het was behoorlijk angstaanjagend. We hebben onszelf opgesloten in onze woning: buiten gebeurde het.”

Khoury, ouderling in de Messiasbelijdende Bethesdagemeente in Haifa, maakt deel uit van het zevenhoofdige bestuur van de ”National pastors and elders” in Israël. Dit overlegorgaan, waarbij voorgangers en ambtsdragers van uiteenlopende richtingen en etniciteit zijn aangesloten, belegt met een zekere regelmaat bijeenkomsten. „Om waar mogelijk samen te werken en elkaar te bemoedigen”, aldus medebestuurslid ds. David Zadok, predikant van de Messiasbelijdende gemeente Chesed WeEmet (Genade en Waarheid) in Kanot. „We hebben een eenvoudig statuut opgesteld, met vijf punten die we gezamenlijk onderschrijven. Op een gemiddelde bijeenkomst komen zo’n vijftig, zestig voorgangers, mede afhankelijk van onderwerp en locatie. Beleggen we een bijeenkomst via Zoom, dan zijn er soms wel meer dan honderd.”

Eenheid

Kort na het uitbreken van de oorlog in mei, terwijl de raketten hun lichtstrepen door het Israëlische luchtruim trokken, kwam het bestuur van de ”Nationale predikanten en ouderlingen” met een verklaring. Daarin sprak het zijn grote bezorgdheid uit over de situatie en riep het zijn achterban op de „eenheid in Christus Jezus” te bewaren en zich niet mee te laten slepen in alle „polarisatie en haat” (zie kader ”Verklaring”).

Een heel belangrijke verklaring, stelt Herbert Bulten, directeur van de interkerkelijke Stichting Steun Messiasbelijdende Joden. „Een verklaring die wat mij betreft ook Nederlandse christenen iets te zeggen heeft.” In een door hem gearrangeerde ontmoeting via Teams blikken ouderling Khoury en ds. Zadok terug op hun ”statement”.

Misschien kunt u beiden nog even iets zeggen over uw achtergrond?

17224804.JPG
Ouderling Johnny Khoury. beeld familie Khoury

Khoury: „Mijn vader is Arabisch, mijn moeder Engels, mijn vrouw Joods.” Lachend: „Zo kan het dus ook in Israël – we leven in eenheid. Ik ben geboren in Engeland, maar toen ik een jaar was, zijn we naar Israël verhuisd. Ik groeide hier op en beschouw Israël als mijn land. Als mensen me vragen naar mijn identiteit, zeg ik dat ik een Messiaans gelovige ben. De meeste mensen zien mij ook als Joods. Ik spreek Hebreeuws, groeide op in een Hebreeuwssprekende omgeving, ging naar Joodse scholen en ben nu directeur van een Messiaans huis voor ouderen. Daar wonen, en werken, Messiasbelijdende Joden, christenen en niet-christenen, Joden en Arabieren.”

Ds. Zadok: „Mijn levensgeschiedenis is wat minder gecompliceerd dan die van Johnny. Ik ben geboren in Israël, opgegroeid in Iran en woonde later in de Verenigde Staten, waar ik tot bekering ben gekomen. Ik ben Joods, mijn ouders waren Joden. Ik ben een Joodse christen, een Hebreeuws-Messiasbelijdende Jood. Het belangrijkste onderdeel van mijn identiteit is dat ik een kind van God ben, door de genade van God. En inmiddels ben ik alweer jaren als voorganger verbonden aan mijn gemeente in Kanot.”

Wat bracht u tot het uitbrengen van uw verklaring?

Khoury: „Als bestuur van de National pastors and elders hebben we niet de bevoegdheid om grote beslissingen te nemen, daarvoor is ons platform te informeel. Maar wat we op dat moment wel konden, was iets ondernemen wat hopelijk samenbindend kon werken. Hier in Haifa is de verhouding tussen Joden en Arabieren over het algemeen heel goed, er wonen ook veel christelijke Arabieren. Maar ineens was daar het extreme geweld, veelal veroorzaakt door groepen die van buiten de stad kwamen. In andere gemengde steden gebeurde hetzelfde. Dat veroorzaakte ook in onze gemeenten verwarring. We hebben toen, als voorgangers, als leiders, willen benadrukken: Mensen, of je nu een Messiasbelijdende Jood bent of een christelijke Arabier, laten we teruggaan naar wat de Schrift ons voorhoudt, dat we één zijn in Christus. Natuurlijk heeft ieder zijn eigen achtergrond, geschiedenis, maar laat dít ons binden.”

Ds. Zadok: „We leven in een land waar Joden en Arabieren, orthodoxe en seculiere Joden, christelijke en islamitische Arabieren, nauw samenleven. Ruim 20 procent van de Israëlische bevolking is Arabier. Dat zie je terug in de gemeenten, die soms gemengd zijn. In onze gemeente zit een Palestijnse vrouw, die al jarenlang lid is. Wat je nu zag gebeuren, was dat er niet alleen de raketten vanuit Gaza kwamen, maar dat het ook in gemengde steden waar tot voor kort vrede heerste tussen Joden en Arabieren, tot heftige botsingen kwam. Met onze verklaring hebben we tegen onze achterban willen zeggen: Laten we in het oog houden dat het Evangelie ons verenigt. Ons burgerschap is in de hemel, of we nu Arabier, Jood of Palestijn zijn. Maar ook de kracht van het Evangelie willen onderstrepen: we dienen onze naasten lief te hebben, ook onze vijanden.”

Hoe breed is de verklaring verspreid?

Ds. Zadok: „In eerste instantie onder alle Messiaanse en christelijke gemeenten in Israël. Die haar vervolgens weer deelden in hun eigen netwerk. Ik weet niet hoeveel duizend mensen het statement gekregen hebben, maar bijvoorbeeld ook de World Reformed Fellowship heeft het op haar website gezet. En de reacties waren super-, superpositief.”

Khoury: „Klopt. Mensen vonden de verklaring noodzakelijk en precies op het juiste moment uitgebracht.”

Praktisch

Het statement roept „al onze broeders en zusters die in Jezus, onze Heere, geloven op om onze eenheid in Christus Jezus praktisch tot uitdrukking te brengen, in liefde, wederzijdse hulp en standvastigheid, en de confrontatie aan te gaan met de machten van satan die vol haat zijn.”

Hoe doe je dat concreet?

Khoury: „Als eerste wil ik zeggen dat het belangrijk is dat we ons realiseren dat dit onze identiteit is. Het tweede is dat we bidden, voor elkaar, voor de regering. In Haifa hebben Joodse en Arabische voorgangers een gebedsbijeenkomst gehouden, om samen te bidden voor de stad, voor het land, om vrede. En in een WhatsAppgroep hielden we elkaar op de hoogte van onze behoeften op dat punt. We ontmoetten elkaar ook, als Joden en Arabieren, om zo te laten zien dat we geen deel uitmaakten van de ongeregeldheden.”

17224805.JPG
Ds. David Zadok. beeld RD, Henk Visscher

Ds. Zadok: „Voor ons was dat een beetje anders, omdat wij niet in een gemengde stad wonen, al bevindt Kanot zich dicht bij Lod en Ramla. Maar inderdaad, precies wat Johnny zei, ook wij baden voor elkaar, voor onze regering, om de bescherming van ons land. In onze gemeente zitten veertien militairen. Een van hen is F16-piloot, een andere laadt de bommen in het vliegtuig, een derde zat op een tank die klaar stond om Gaza binnen te trekken. Zij hebben ons gebed nodig. Maar heel praktisch: we zamelden ook geld in om onze Arabieren te ondersteunen. Vorige week zondag heb ik bijvoorbeeld de directeur van het Palestijns Bijbelgenootschap ontmoet en hem geld overhandigd dat bedoeld was voor christelijke Palestijnen in Gaza.

En vorige week hebben we ook wat geld gebracht bij een weduwe met kleine kinderen van wie de man enkele jaren geleden is vermoord door Hamas, omdat hij een actieve christen in Gaza was. Zij is vervolgens verhuisd van Gaza naar de Westbank. Op zo’n manier proberen we de liefde van Christus en de kracht van het Evangelie te tonen.”

Hoe was de situatie in uw eigen omgeving?

Khoury: „Zoals gezegd: we zaten er in Haifa middenin. Ik heb al heel wat oorlogen meegemaakt, raketten vanuit Libanon, maar deze angst en onzekerheid kende ik toch niet. In onze wijk, vlak voor ons huis, kwam het tot heftige gewelddadigheden – van moslimzijde, maar ook van de kant van extreem-rechtse religieuze Joden. Beide groepen, meest jonge mensen, leken maar één doel te hebben: alles verbranden en vernielen wat ze maar tegenkwamen. De politie stond erbij en keek ernaar. En het absurde was: de moslimgroep gooide zijn molotovcocktails ook naar eigendommen van Arabieren, terwijl de Joodse groep, ook wel honderd man, zich richtte tot onze Joodse buren, omdat ze dachten dat het Arabieren waren. Het was eigenlijk triest en vermakelijk tegelijk: de haat zat zo diep dat beide groepen niet eens keken wie ze aanvielen, en dus hun eigen mensen belaagden.”

Ds. Zadok: „Kanot bevindt zich zo’n 40 kilometer van Gaza vandaan. Een paar jaar geleden landde een raket in onze straat, wat bij onze zoon, die toen 6 jaar was, een trauma heeft veroorzaakt. Maar de meesten van onze gemeenteleden wonen in twaalf, dertien andere steden, veelal ten zuiden van Kanot. In Ashkelon bijvoorbeeld, en Sdreot, steden die het meest werden geraakt. Zonder in politiek vaarwater te willen komen: er zijn in mei 4360 raketten op Israël afgeschoten. Ik kan me niet een land ter wereld voorstellen dat geen 4000, maar misschien 5 of 6 raketten op zich afgevuurd zou hebben zien en er niet alles aan had gedaan om dat te stoppen.”

Hoe verklaart u, ouderling Khoury, dit niet aflatende geweld van Palestijnse zijde?

„Ik verklaar dat geestelijk. De ervaring van vele jaren brengt me ertoe te stellen dat het hier niet om een politieke kwestie gaat, zoals Hamas beweert, maar om een religieuze kwestie. Ik zeg daarom: zonder de Heere is er geen oplossing. We kunnen het hebben over verzoening, over heel veel anders, maar de enige, bewézen oplossing is dat Joden en Arabieren samen gaan geloven in de Messias, en een liefde in hun hart krijgen die alle verschillen en alle pijn overstijgt.”

Om vrede te bereiken, lijkt politiek toch ook onmisbaar.

Khoury: „Natuurlijk, de Heere werkt door mensen.”

Ds. Zadok: „Uiteindelijk kan de vrede alleen maar bewerkt worden door de Vredevorst. Neem het land: we gaven de Sinaï op, trokken ons terug uit de Gazastrook – maar sindsdien zijn er 20.000 raketten op ons afgevuurd. Hét probleem is de extreme islam, dat zie je hier, en in Iran, maar ook in Europa. Iedereen heeft het over de tweestatenoplossing. Die zal een poosje standhouden, maar uiteindelijk… vergeet niet dat we elke dag dichter bij de tweede komst van Christus komen.”

Khoury: „In Israël gaat het grapje rond: „De Joden bidden om de vrede (the peace) van Jeruzalem; de Palestijnen bidden om een stuk (a piece) van Jeruzalem. Dat is de samenvatting van alles.”

Ds. Zadok, u noemt de tweede komst van Christus. Verwacht u in de tijd daaraan voorafgaand een intensivering van het conflict?

„Dat verwacht ik, ja. We zien dat naarmate de tijd voortschrijdt, de zonde van de mens ook steeds in ernst toeneemt. Neem alleen al alles wat er wereldwijd speelt rond gender, het homohuwelijk. Ook in kerken wordt steeds meer geaccepteerd. Ik denk dat dit signalen zijn dat de situatie niet zal verbeteren. Die zal erger worden.”

De oorlog in mei was erg. Kan het nog erger, zou Israël bijvoorbeeld daadwerkelijk vernietigd kunnen worden?

Khoury: „Dat laatste denk ik niet. Maar het zal wel aangevallen blijven worden. Ik versta de Bijbel zo, maar dat is persoonlijk, dat het eerst erger wordt voordat het vrede wordt.”

Hoe ziet u in dit licht Romeinen 11, waarin Paulus nadrukkelijk nog toekomst ziet voor het Joodse volk?

Khoury: „Lijden is een van de middelen die God gebruikt om mensen tot Hem terug te laten keren.”

Ds. Zadok: „Als ik aan Romeinen 11 vers 25 en 26 denk, pas ik dat inderdaad toe op Israël als etnisch volk. Ik geloof ook in Gods trouw aan Zijn verbond. Er zal een revival, een herleving komen. We zien daar op dit moment al iets van, juist ook onder jonge mensen. Toen ik in het leger zat, durfde ik niet goed uit te komen voor mijn geloof. Nu zie ik jonge mensen ook voor hogere militairen getuigenis geven van hun overtuiging. God is iets goeds aan het doen. Dat zou ons moeten bemoedigen. Bid daarom voor de zaligheid van de Joden, voor het werk dat in Israël gebeurt. Als er meer en meer Joodse mensen tot het geloof komen, zal dat tot grote zegen zijn, ook voor de kerk.

Ik herken ook wat Johnny zegt: juist in tijden van oorlog, als de dood een realiteit wordt, zie je dat mensen zich gaan afvragen wat er na dit leven komt. Je ziet dat, denk ik, in Nederland of Duitsland rond Covid ook. Ik geloof dat de Heere op deze manier de harten van mensen opent.”

Tot slot: hoe kijkt u aan tegen de nieuwe coalitie?

Khoury: „We vragen allemaal of de Heere ons een regering geeft die voor het volk zal zorgen. En ik ben hoopvol. Wat we nu zien, is dat heel verschillende groepen een coalitie vormen. Dat weerspiegelt de situatie in Israël: we hebben hier seculiere Joden en extreem-orthodoxe Joden die de tempel willen herbouwen; Arabieren die vreedzaam samen willen leven en Arabieren die van de Joden af willen. Ik bid of de pijn die de laatste oorlog heeft veroorzaakt, tot gevolg zal hebben dat de regering weer oog krijgt voor de werkelijke noden van mensen.”

Ds. Zadok: „Ik heb ook hoop. We hebben verandering nodig. Niet om de verandering op zich, maar zodat groepen weer bij elkaar komen. Ik hoorde laatst op de radio dat de laatste keer dat we een regering hebben gehad die vier jaar uitzat, in 1988 was. Maar al zou de nieuwe coalitie maar drie jaar zitten en iets van heling kunnen brengen, dat mensen zien dat het kan dat de verschillende bevolkingsgroepen, links en rechts, samenwerken, dan zou dat al winst zijn.”

Verklaring
In het licht van de huidige situatie, die zich uit in polarisatie en haat tussen Arabische en Joodse burgers, verklaren wij, Israëlische Joden en Arabieren, die hetzelfde geloof delen in Jezus als Messias en Heere: dat wij verenigd zijn in broederlijke liefde die geworteld is in ons geloof en gebaseerd op de Schriften van het Oude en het Nieuwe Testament, zoals geschreven in Johannes 13:34-35: „Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat ook gij elkander liefhebt. Hieraan zullen zij allen bekennen, dat gij Mijn discipelen zijt, zo gij liefde hebt onder elkander.”
Onze harten zijn bewogen over de uitingen van geweld en haat in ons land, waar wij allen samenleven, en geen ander land hebben. Daarom roepen wij al onze broeders en zusters die in Jezus, onze Heere, geloven, op om onze eenheid in Christus Jezus praktisch tot uitdrukking te brengen, in liefde, wederzijdse hulp en standvastigheid, en de confrontatie aan te gaan met de machten van satan die vol haat zijn. Dit alles omdat wij geroepen zijn om gezanten van de Heere te zijn, en opdat de Naam van God eer zou ontvangen en Zijn Zoon Jezus Christus, onze Heere, zou worden verheerlijkt, zowel in ons land als in de wereld.
Ons gebed is dat de gevechten en de vijandschap zullen ophouden en dat de vrede van God in ons land en onder onze naasten zal heersen: „Want Hij is onze vrede, Die deze beiden één gemaakt heeft, en den middelmuur des afscheidsels gebroken hebbende” (Efeze 2:14). „Opdat zij allen één zijn, gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zijn, opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt” (Johannes 17:21).

Met zegeningen en hoop op rustigere en betere dagen,

Het bestuur van nationale predikanten en ouderlingen

Bron: Reformatorisch Dagblad (22 juni 2021) – Arie de Heer